Suunto Traverse meet doorlopend de absolute luchtdruk met behulp van de ingebouwde druksensor. Op basis van deze meting en van referentiewaarden berekent het instrument de hoogte of luchtdruk op zeespiegelniveau.
Er zijn drie profielen beschikbaar: Automatisch, Hoogtemeter en Barometer. Zie Profiel afstemmen op activiteit voor informatie over het instellen van de profielen.
Om de informatie van alti-baro te bekijken, drukt u op
in de tijdsweergave of activeert u de weergave alti-baro in het weergavemenu.U kunt de verschillende weergaven bekijken door op
(bekijken) te drukken.In het alti(hoogte)meter profiel ziet u:
In het barometerprofiel ziet u de corresponderende weergaven:
De weergaven met tijden voor zonsopgang en zonsondergang zijn beschikbaar wanneer GPS is geactiveerd. Als GPS niet actief is, worden de tijden van zonsopgang en zonsondergang gebaseerd op de laatst geregistreerde GPS-gegevens.
U kunt de weergave alti-baro tonen/verbergen vanuit het startmenu.
Verbergen van de weergave alti-baro:
Herhaal de procedure en druk op Alti-Baro om de weergave weer te tonen.
Indien u uw Suunto Traverse om uw pols draagt, moet u het afnemen om een nauwkeurige temperatuurslezing te krijgen omdat uw lichaamstemperatuur de aanvankelijke lezing beïnvloedt.
Indien uw buitenactiviteit de juiste hoogte of de luchtdruk op zeeniveau verlangt, dan moet u eerst uw Suunto Traverse kalibreren door de huidige hoogte of de huidige luchtdruk op zeeniveau in te voeren.
Absolute luchtdruk + bekende hoogtereferentie = luchtdruk op zeeniveau Absolute luchtdruk + bekende referentie van luchtdruk op zeeniveau = hoogte
U kunt de hoogte van uw locatie vinden op topografische kaarten en bijvoorbeeld op Google Earth. Een referentie voor de luchtdruk op zeeniveau kunt u vinden op de websites van nationale meteorologische diensten.
Houdt het gebied rond de sensor stof- en zandvrij. Steek nooit iets in de opening van de sensor.
IndienFusedAlti is geactiveerd, wordt de hoogteuitlezing automatisch gecorrigeerd door de gegevens te combineren van FusedAlti, hoogtemeting en luchtdruk op zeeniveau. Voor meer informatie, zie FusedAlti.
Wijzigingen in plaatselijke weersomstandigheden beïnvloeden de hoogtelezingen. Als het plaatselijke weer vak verandert, raden we aan om de huidige hoogtereferentie vaker aan te passen bij voorkeur voordat u met uw reis begint wanneer deze waarden beschikbaar zijn. Zolang het plaatselijke weer stabiel blijft, hoeft u de referentiewaarden niet te wijzigen.
Hoe referentiewaarden voor luchtdruk op zeeniveau of hoogte in te stellen:
Als er geen activiteit wordt vastgelegd, druk dan op ALTI-BARO menu te gaan.
in de alti-baro weergave om direct naar hetHet is de tweede dag van uw tweedaagse wandeling. U beseft dat u bent vergeten om over te schakelen van het barometerprofiel naar het hoogtemeterprofiel toen u vanmorgen begon. U weet dat de huidige hoogte-uitlezingen die worden gegeven door uw Suunto Traverse verkeerd zijn.
U wandelt dus naar de dichtstbijzijnde locatie die op uw topografische kaart met hoogtemeting wordt aangegeven. U corrigeert de referentiewaarde voor de hoogte van uw Suunto Traverse overeenkomstig en schakelt over naar het hoogtemeterprofiel. Uw hoogtelezingen zijn weer juist.
Het hoogtemeterprofiel moet geselecteerd zijn als uw openluchtactiviteit aan hoogtewijzigingen onderhevig is (bijv. een trektocht in heuvelig terrein).
Het barometerprofiel moet geselecteerd worden als in uw buitenactiviteit geen hoogteverschillen voorkomen (bijvoorbeeld bij roeien).
Voor de juiste uitlezingen moet u het profiel op de activiteit afstemmen. U kunt Suunto Traverse een geschikt profiel voor de activiteit laten bepalen met het automatische profiel of zelf een profiel kiezen.
Instellen van het alti-baro profiel:
Als het hoogtemeterprofiel langere tijd is ingeschakeld met het apparaat op een vaste locatie terwijl het plaatselijke weer verandert, geeft het apparaat onjuiste hoogte-uitlezingen.
Als het hoogtemeterprofiel is ingeschakeld en het weer verandert vaak terwijl u op hoogte klimt of in hoogte daalt, geeft het apparaat onjuiste uitlezingen
Als het barometerprofiel gedurende langere tijd is ingeschakeld terwijl u op hoogte klimt of in hoogte daalt, veronderstelt het apparaat dat u stilstaat en interpreteert uw wijzigingen in hoogte als wijzigingen in luchtdruk op zeeniveau. Daarom geeft het u onjuiste uitlezingen voor luchtdruk op zeeniveau.
Het hoogtemeterprofiel berekent de hoogte op basis van referentiewaarden. De referentiewaarde kan betrekking hebben op de luchtdruk op zeeniveau of op de hoogtemeting. Als het hoogtemeterprofiel actief is, verschijnt het hoogtemeterpictogram op de display.
Het barometerprofiel toont de huidige luchtdruk op zeeniveau. Deze wordt gebaseerd op referentiewaarden en de continue gemeten absolute luchtdruk.
Als het barometerprofiel actief is, wordt het barometerpictogram op de display getoond.
Het automatische profiel schakelt tussen de hoogtemeter- en barometerprofielen aan de hand van uw bewegingen.
Wijzigingen in hoogte en in het weer kunnen niet tegelijkertijd worden gemeten, omdat beide soorten wijzigingen leiden tot verandering van de omgevingsluchtdruk. Suunto Traverse registreert verticale bewegingen en schakelt, indien nodig, over op hoogtemeting. Als de hoogte wordt weergegeven, wordt deze met een maximale vertraging van 10 seconden bijgewerkt.
Als u op een constante hoogte bent (minder dan 5 meter verticale beweging binnen 12 minuten), gaat Suunto Traverse ervan uit dat alle drukveranderingen wijzigingen in het weer zijn. Het meetinterval is 10 seconden. De hoogte-uitlezing blijft gelijk en als het weer verandert, wordt dat aangegeven als wijziging in de luchtdruk op zeeniveau.
Indien u hoogte wint of verliest (meer dan 5 meter verticale beweging binnen 3 minuten), gaat Suunto Traverse ervan uit dat alle drukveranderingen wijzigingen in hoogte zijn.
Afhankelijk van het actieve profiel kunt u de hoogtemeter- of barometerprofielen uitlezen in de alti-baro weergave met
.Wanneer u het automatische profiel gebruikt, worden de barometer- of hoogtemeterpictogrammen niet op de display getoond.