Suunto Vertical meet constant de absolute luchtdruk met de ingebouwde druksensor. Op basis van deze meting en van je hoogtereferentiewaarde berekent het instrument de hoogte of luchtdruk.
Houd het gebied rond de gaten van de luchtdruksensoren op zes uur aan de zijkant van je horloge vrij van vuil en zand. Steek geen voorwerpen in de openingen, dit kan de sensor beschadigen.
Veeg vanuit de tijdweergave omhoog of druk op de onderste knop om naar de Alti- & baro-widget te scrollen. De widget heeft drie weergaven die toegankelijk zijn door omhoog en omlaag te vegen. De eerste weergave toont de huidige hoogte.
Veeg omhoog om de barometerdruk- en de barometertrendgrafiek te zien.
Veeg nogmaals omhoog voor de temperatuur.
Veeg naar rechts of druk op de middelste knop om terug te gaan.
Zorg ervoor dat je hoogtereferentiewaarde juist is ingesteld (zie Hoogtemeter). De hoogte van je huidige locatie kan worden gevonden op de meeste topografische kaarten of grote online kaartdiensten zoals bijv. Google Maps.
Wijzigingen in plaatselijke weersomstandigheden beïnvloeden de hoogtemetingen. Als de plaatselijke weersomstandigheden vaak veranderen, moet je de hoogtereferentiewaarde regelmatig opnieuw instellen, bij voorkeur vóór de start van je volgende trip.
Wijzigingen in weer en in hoogte brengen allebei een wijziging in luchtdruk teweeg. Om die reden interpreteert je Suunto Vertical de veranderingen in de luchtdruk automatisch als ofwel wijzigingen in hoogte ofwel wijzigingen in het weer, op basis van je bewegingen.
Als je horloge verticale beweging detecteert, schakelt het over op het meten van hoogte. Als de hoogtegrafiek wordt weergegeven, wordt deze met een maximale vertraging van 10 seconden bijgewerkt.
Als je op een constante hoogte bent (minder dan 5 meter verticale beweging binnen 12 minuten), gaat je horloge ervan uit dat luchtdrukveranderingen wijzigingen in het weer zijn en wordt de barometergrafiek dienovereenkomstig aangepast.