Intervaltrainingen zijn een veelvoorkomende vorm van training die bestaat uit herhaalde reeksen van inspanningen met lage en hoge intensiteit. Met Suunto Race kun je in het horloge je eigen intervaltraining voor elke sportmodus bepalen.
Bij het definiëren van je intervallen moet je vier items instellen:
Houd in gedachten dat als je afstand gebruikt om intervallen te definiëren, je je in een sportmodus dient te bevinden die afstand meet. De meting kan worden gebaseerd op gps of een voet- of fietspod bijvoorbeeld.
Als je intervallen gebruikt, kun je de navigatie niet activeren.
Trainen met intervallen:
Voordat je een trainingsopname start, veeg je omhoog of draai je aan de kroon om naar beneden te scrollen naar Intervallen en druk je op de kroon.
Schakel Intervallen in en pas de hierboven beschreven instellingen aan.
Blader weer omhoog naar het startscherm en begin je training zoals gewoonlijk.
Druk op de kroon tot u bij de intervaldisplay komt en druk op de bovenste knop als u klaar bent om uw intervaltraining te starten.
Als je de intervaltraining wilt beëindigen voordat je al je herhalingen hebt voltooid, houd je de kroon ingedrukt om de sportmodus te openen en Intervallen uit te schakelen.
Wanneer je in het display met intervallen bent, werken de knoppen zoals gewoonlijk. De bovenste knop ingedrukt houden zorgt bijvoorbeeld voor pauzering van het vastleggen van de training, niet alleen de intervaltraining.
Nadat je de opname van de training hebt stopgezet, is intervaltraining automatisch uitgeschakeld voor die sportmodus. De overige instellingen blijven echter bewaard, zodat je de volgende keer dat je de sportmodus gebruikt, eenvoudig met dezelfde training kunt beginnen.