Suunto is committed to achieving Level AA conformance for this website in conformance with the Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) 2.0 and achieving compliance with other accessibility standards. Please contact Customer Service at USA +1 855 258 0900 (toll free), if you have any issues accessing information on this website.

Suunto Ocean Gebruikershandleiding

Duikcomputer

Suunto Ocean heeft twee duikmodi voor Duiken: Eén gas enMeerdere gassen en een freedivingmodus: Freediving (diepte). Alle duikmodi staan in het hoofdmenu ‑ veeg in de tijdweergave omlaag of druk op de bovenste knop, en druk vervolgens op de middelste knop om de modus te selecteren.

duikcomputer duikmodi

Automatische start van de duik

Suunto Oceanstart de duik automatisch zodra de duikcomputer een druktoename en aanraking met water registreert. Het apparaat schakelt de duikmodus in vanuit het pre-dive-scherm of een ander horlogescherm:

  • Wanneer het apparaat in aanraking met water komt en de absolute druk gelijk is aan de ingestelde startdiepte voor de duik (standaard 1,2 meter (4 ft)).
  • Of als er geen aanraking met water wordt geregistreerd, maar de absolute druk gelijk is aan de ingestelde startdiepte voor de duik (standaard 1,2 meter (4 ft)) plus 1,8 meter (5,9 ft).

De duik wordt automatisch beëindigd na de ingestelde Eindtijd duik (standaard 5 min) en:

  • Wanneer het apparaat in aanraking met water is en de absolute druk gelijk is aan of lager is dan de ingestelde startdiepte voor de duik (standaard 1,2 meter (4 ft)).
  • Of als er geen aanraking met water wordt geregistreerd, maar de absolute druk gelijk is aan of lager is dan de ingestelde startdiepte voor de duik (standaard 1,2 meter (4 ft)) plus 1,8 meter (5,9 ft).

Als je vanuit een niet-duikscherm onder water gaat, schakelt Suunto Ocean automatisch over naar de duikmodus die je het laatst hebt ingesteld.

OPMERKING:

De Startdiepte duik kan worden ingesteld onder Duikinstellingen in duikmodi en onder Duikopties in de freedivingmodus.

OPMERKING:

Suunto Oceanopent niet in een duikmodus als al een scherm van een andere training is geopend.

WAARSCHUWING:

De automatische start is een voorzorgsfunctie. Wij adviseren je om de duik altijd te starten door de geselecteerde duikmodus te openen en je gas- en duikinstellingen te controleren.

Duikmodi

Suunto Ocean heeft twee duikmodi en een freedivingmodus met specifieke instellingen voor het type duik.

Eén gas:

Deze duikmodus is de beste keuze voor recreatieve geen-decompressieduiken met één gasmengsel – lucht of nitrox.

  • Eén actief gasmengsel, maximaal vijf uitgeschakelde gasmengsels
  • Lucht of nitroxmengsels
  • Koppeling Tank POD met actief gasmengsel

Meerdere gassen:

Deze duikmodus is de beste keuze voor technische duiken met meerdere gasmengsels.

  • Maximaal vijf ingeschakelde en uitgeschakelde gasmengsels
  • Lucht of nitroxmengsels, maximaal NX99
  • Tijd naar oppervlakte (TTS), ppO2 altijd op het display
  • Koppeling Tank POD met meerdere gasmengsels

Freedive:

Deze modus is bedoeld voor recreatief freediving.

  • Aparte weergaven voor onder en boven water
  • Opstijg- en afdaalsnelheid
  • Meerdere optionele alarmen voor duiktijd en diepte

Functie van de knoppen tijdens het duiken

De Suunto Ocean heeft drie knoppen, elk met een andere functie naargelang je ze tijdens de duik kort of lang indrukt.

  • Bovenste knop kort indrukken: menu voor gaswissel openen (alleen in modus Meerdere gassen)

  • Bovenste knop lang indrukken: helderheid aanpassen (Laag/Gemiddeld/Hoog)

  • Middelste knop kort indrukken: boog aanpassen

  • Onderste knop kort indrukken: Item schakelvenster wisselen

  • Onderste knop lang indrukken: knoppen vergrendelen
    Zie Knop- en schermvergrendeling.

duiken ui knoppen

Pre-dive-scherm en duikopties

Het pre-dive-scherm is in alle duikmodi gelijk, maar elke modus omvat opties die specifiek zijn voor de duikmodus en naar behoefte kunnen worden aangepast.

Op het pre-dive-scherm wordt een reeks pictogrammen getoond, afhankelijk van welke je in de duikmodus gebruikt, zoals hartslag, Tank Pod en gps. De volgende pictogrammen kunnen in het display worden getoond:

duiken pre-dive overzicht

  1. Tank POD indien aangesloten en actief

  2. Gps-signaal indien ingeschakeld

  3. Hartslag indien ingeschakeld

  4. Resterende batterijspanning in uren

  5. Actief gasmengsel

  6. Flesdruk indien verbonden met Tank POD en actief

  7. De ingestelde maximale limiet voor partiële druk (ppO2) voor het actieve gas

  8. De maximale duikdiepte (MOD) (MOD) voor het actieve gas

  9. Actieve duikmodus

Gps-signaal:Het pijltje (gps) knippert grijs wanneer naar een signaal wordt gezocht, en wordt groen zodra er een signaal is gevonden. Met het oog op een nauwkeurige gps-locatie adviseren wij om pas het water in te gaan wanneer het gps-pictogram groen is.

Hartslag:Het hartje (hartslag) knippert grijs tijdens het zoeken. Zodra een signaal is gevonden, verandert het pictogram in een gekleurd hart aan een band als je een hartslagsensor gebruikt, of een gekleurd hart zonder band als je de optische hartslagsensor gebruikt. Onder Koppelen van pods en sensoren lees je hoe je een hartslagsensor koppelt.

Tank POD:Het flesje links wordt uitsluitend getoond wanneer er een Tank POD aan je gasmengsel is gekoppeld en deze actief is.

Batterij:De batterij geeft aan hoeveel uur je kunt duiken voordat de batterij leeg is.

Wanneer je in het pre-dive-scherm naar boven scrolt, heb je toegang tot de volgende instellingen:

duikopties

Duikmodus wijzigen:

Je kunt de huidige duikmodus wijzigen in een andere duikmodus of een andere trainingsmodus – tik op de naam van de duikmodus.

Gassen:

Je kunt het zuurstofpercentage en ppO2-instellingen voor je duikgassen aanpassen onder Gassen. Zie Gassen.

Algoritme:

In de algoritme-instellingen kun je het decompressie-algoritme van de specifieke duikmodus aanpassen. Zie Instellingen van het algoritme.

Alarmen:

Je kunt instellen dat er bij een bepaalde diepte, duiktijd of flesdruk een alarm afgaat. Onder Duikalarmen lees je meer over duikgerelateerde alarmen.

Tank POD:

In het menu Tank POD kun je de beschikbare Tank POD’s met je gasmengsel koppelen en loskoppelen. Zie Een Suunto Tank POD installeren en koppelen.

Sensoren:

Koppel de hartslagsensor om de hartslag tijdens de duik te registreren. Zie Koppelen van pods en sensoren.

Duikinstellingen:

Meer instellingen voor je duikmodi staan bij de Duikinstellingen. Onder Duikinstellingen vind je de beschikbare opties.

Hoofdweergave duiken

Vanuit het pre-dive-scherm scrol je met de middelste knop door de verschillende duikweergaven. Op een standaardduikdisplay staat de volgende informatie:

duiken ui overzicht

  1. Decompressie-informatie

  2. Opstijgsnelheid met kleurcodes

  3. Duiktijd

  4. Diepte

  5. Schakelvenster met wisselende informatie

  6. Boog met belangrijke info: geen-decompressielimiet, flesdruk, tijd naar oppervlakte, stoptijd

Belangrijke informatie tijdens duik

Tijdens de duik wordt in de tijdweergave de volgende informatie getoond:

Decompressie-informatie:

Het decompressieveld is altijd zichtbaar en toont de volgende gegeven sin de volgende situaties:

Oppervlaktetijd: Zodra je boven bent, wordt het decompressieveld vervangen door een oppervlaktetimer. Deze toont de tijd die is verstreken tussen het moment dat je aan het einde van de duik aan de oppervlakte komt, tot het moment dat je afdaalt voor de volgende duik. De tijd wordt het eerste uur getoond in minuten en seconden. Na het eerste uur wordt de tijd getoond in uren en minuten totdat er 24 uur is verstreken, vervolgens tot zeven dagen na de duik in uren en daarna alleen in dagen.

oppervlaktetimer

Geen-decompressielimiet (NDL - No Decompression Limit): Als de duik start, wordt de oppervlaktetimer vervangen door de geen-decompressietijd. Dit is de tijd die je op de huidige diepte hebt totdat decompressiestops verplicht zijn. Als de geen-decompressietijd langer is dan 99 minuten, wordt deze weergegeven als >99. Wanneer de geen-decompressietijd 5 minuten of korter is, wordt er een verplicht alarm geactiveerd en wordt het veld in het display gemarkeerd totdat de geen-decompressietijd weer langer dan 5 minuten is of is vervangen door decompressie-informatie. Meer over verplichte alarmen lees je onder Verplichte duikalarmen.

duik scherm NDL99

NDL 2

Decotijd: Als de geen-decompressielimiet wordt overschreden, gaat er een alarm af en wordt de geen-decompressietijd vervangen door de optimale opstijgtijd in minuten (TTS). De melding Deco verschijnt, de NDL-boog kleurt oranje en geeft dezelfde TTS aan, en het plafond wordt getoond in het schakelvenster. Het plafond is de diepte van de decompressiestop. Ook gaat er een alarm af, dat je kunt bevestigen door op een knop te drukken. Onder Decompressieduiken lees je meer over decompressieduiken.

decoduik-1

Stoptijd: Als er tijdens de duik een veiligheids- of decostop moet worden gemaakt, wordt de NDL of decompressie-informatie vervangen door een stoptimer, die de vereiste stoptijd in minuten en seconden aftelt. Het dieptebereik van de stop wordt aangegeven in het diepteveld. Zodra de stop is voltooid, verschijnt Stop gemaakt in het schakelvenster. Je kunt de veiligheidsstop instellen op 3, 4 of 5 minuten (standaard 3 minuten) bij de instellingen van het algoritme.

veiligheidsstop

Opstijgsnelheid:

Tijdens een duik geeft de balk in het midden van het scherm aan hoe snel je opstijgt. Eén segment in de balk staat voor 2 meter (6,6 ft) per minuut.

opstijgsnelheid 1

opstijgsnelheid

De kleuren van de balk betekenen het volgende:

  • Grijs geeft aan dat de opstijgsnelheid minder dan 2 meter (6,6 ft) per minuut is

  • Groen geeft dan dat de opstijgsnelheid tussen 4 meter (13 ft) en 8 meter (26 ft) per minuut ligt

  • Geel geeft aan dat de opstijgsnelheid hoger dan 8 meter (26 ft) per minuut is

  • Rood geeft aan dat de opstijgsnelheid 10 meter (33 ft) per minuut is

  • Rood gemarkeerd geeft aan dat de opstijgsnelheid 5 seconden of langer hoger is dan 10 meter (33 ft) per minuut

WAARSCHUWING:

OVERSCHRIJD NOOIT DE MAXIMALE OPSTIJGSNELHEID! Als je te snel opstijgt, is de kans op letsel groter. Maak altijd de verplichte en aanbevolen veiligheidsstops wanneer je de aanbevolen maximale opstijgsnelheid hebt overschreden.

Boog met belangrijke informatie

Suunto Oceanheeft drie verschillende bogen voor zowel de modus Eén gas als de modus Meerdere gassen.

boog met belangrijke info

Geen deco: De boog toont de geen-decompressietijd van 0 tot en met 99. De boog is groen van 5 tot en met 99 en oranje tussen 0 en 5. Als de waarde hoger is dan 99, is de boog vol.

Flesdruk: De boog toont druk in de fles als de duikcomputer is gekoppeld met een Suunto Tank POD. Het bereik wordt bepaald door de druk die de Tank POD registreert aan het begin van een duik. Dit kan 250 bar of 350 bar zijn. De segmenten van de balk staan voor 50 bar of 500 psi, afhankelijk van de ingestelde eenheid. De kleuren staan voor bepaalde segmenten van het bereik:

  • Rood: 50 bar/750 psi of minder

  • Oranje: 51 bar – 80 bar/750 psi – 1000 psi

Als er geen Tank POD is gekoppeld of er geen signaal is, is de boog grijs. Onder Een Suunto Tank POD installeren en koppelen lees je hoe je de Tank POD koppelt.

Leeg: Duikweergave zonder de balk.

Ook zijn er twee dynamische bogen:

TTS: Als je de geen-decompressielimiet overschrijdt, kleurt de boog oranje en wordt de Tijd naar oppervlakte (TTS) naar de oppervlakte getoond. Het bereik van de TTS-boog is 0 tot 50 minuten. Bij een hogere waarde is de boog vol.

Stoptimer: Als je een stop moet maken, toont de boog de waarde die ook in het venster in de duikweergave staat.

Druk op de middelste knop om tussen de bogen te scrollen.

Schakelvenster voor duiken

In het schakelvenster onder aan het duikscherm kan verschillende informatie worden getoond – elke keer dat je de onderste knop kort indrukt, wisselt de informatie.

SchakelvensterInformatie in schakelvensterToelichting
schakelveld temperatuurTemperatuurDe huidige temperatuur in graden Celsius of Fahrenheit, afhankelijk van de ingestelde eenheid.
schakelveld max. diepteMax. diepteDe maximale diepte die tijdens de huidige duik is bereikt.
schakelveld tijdKlokHet tijdstip – als 12-of 24-uursklok, afhankelijk van de tijdnotatie die je onder Tijd/datum hebt ingesteld.
schakelveld batterijBatterijDe resterende batterijspanning in procenten. Zie Verplichte duikalarmen voor batterij-alarmen.
schakelveld flesdrukTankdrukDe flesdruk in de ingestelde eenheid (bar of psi) voor je actieve gasmengsel indien verbonden met een Tank POD.
gasverbruik-1Gasverbruik (L/min of kub. ft/min)
Het gasverbruik is de daadwerkelijke snelheid waarmee je tijdens een duik gas verbruikt. Het gasverbruik wordt gemeten in liters per minuut (kubieke feet per minuut) en wordt berekend voor de actuele diepte. Onder Gasverbruik lees je hier meer over.
GastijdGastijdDe gastijd is de tijd die je op de huidige diepte kunt blijven. Onder Gastijd lees je hier meer over.
schakelveld veiligheidsstopVeiligheidsstop

Geadviseerd wordt om aan het eind van elke duik dieper dan 10 meter (33 ft) een veiligheidsstop van drie (3) minuten te maken. Wanneer je ondieper dan 10 meter (33 ft) komt, wordt de minimale diepte van 3 meter (9,8 ft) voor de veiligheidsstop in het schakelvenster getoond.

Veiligheidsstops kunnen worden ingesteld op drie (3), vier (4) of vijf (5) minuten in de Instellingen van het algoritme.

schakelveld ttsTijd naar oppervlakte(TTS)Tijd naar oppervlakte is de tijd in minuten die je nodig hebt om naar de oppervlakte te gaan met de ingestelde gasmengsels inclusief alle verplichte decompressiestops.
schakelveld ppo2DaadwerkelijkppO2

De huidige zuurstofdruk van het actieve gas. Partiële druk is de fractie zuurstof in het gas op de huidige diepte. De waarde wordt altijd getoond als absolute druk (ATA) (1 ATA= 1,013 bar).

Als de ppO2 de vooraf ingestelde limiet voor het gasmengsel overschrijdt, kleurt het schakelvenster geel en wordt er een alarm geactiveerd. Als de ppO2 de maximale partiële druklimiet van 1,6 overschrijdt, wordt het schakelvenster rood totdat je minder diep stijgt dan de MOD diepte.

schakelveld MODMODMaximale duikdiepte (Maximum Operating Depth - MOD). MOD is de diepte waarop de partiële zuurstofdruk (ppO2) van het gas een veilige limiet overschrijdt.
schakelveld gemiddelde diepteGemiddelde diepteDe gemiddelde diepte van de huidige duik wordt berekend vanaf het moment dat de startdiepte wordt overschreden, tot het einde van de duik.
schakelveld zonsondergang ETAZonsondergang ETADe tijd totdat naar verwachting de zon zal ondergaan, in uren en minuten. Het tijdstip van de zonsondergang wordt bepaald via gps – deze informatie dateert van de laatste keer dat je gps op je horloge hebt gebruikt.
schakelveld gradiëntfactorenGradiëntfactorenDe gradiëntfactor die je hebt ingesteld in de Algoritme-instellingen. Onder Instellingen van het algoritme en Gradiëntfactoren lees je meer over het duikalgoritme en gradiëntfactoren.
koersKoersDe kompasfunctie toont de koers in graden en de kardinale en interkardinale richting. Het kompas kalibreert zichzelf tijdens gebruik, maar als een herkalibratie nodig is, verschijnt er een prompt. Om het kompas te kalibreren, draai en kantel je het horloge in een acht.

Dynamische waarden

Een aantal waarden is standaard zichtbaar in het schakelvenster. De waarden worden uitsluitend getoond als deze door een alarm of gebeurtenis worden geactiveerd.

OTU

Eenheid voor zuurstoftolerantie (Oxygen Tolerance Unit). Hiermee wordt aangegeven in hoeverre er sprake is van zuurstofvergiftiging in het lichaam als gevolg van langdurige blootstelling aan een te hoge partiële zuurstofdruk. Suunto Ocean activeert een alarm wanneer de aanbevolen dagelijks limiet 250 (let op!) en 300 (waarschuwing) bereikt.

schakelveld otu

CZS

Vergiftiging van het centraal zenuwstelsel. De CZS-waarde geeft aan hoe lang je bent blootgesteld aan de hogere partiële zuurstofdruk (ppO2), en wordt weergegeven als een percentage van de maximaal toelaatbare blootstelling. Suunto Ocean alarmeert je wanneer CNS% 80% (let op!) wordt bereikt en wanneer de 100% limiet (waarschuwing) wordt overschreden.

schakelveld cns

De blootstelling aan zuurstof wordt berekend op basis van tabellen en principes met de huidige geaccepteerde blootstellingstijden. De limieten zijn gebaseerd op de NOAA Diving Manual. Het CZS-percentage wordt in de duikmodus doorlopend berekend, ook wanneer je boven water bent.

Ook schat de duikcomputer aan de hand van verschillende methoden de blootstelling aan zuurstof zo behoudend mogelijk in. Voorbeeld:

  • De weergegeven zuurstofblootstelling wordt naar boven afgerond naar het eerstvolgende percentage.

  • De CNS% is maximaal 1,6 bar (23,2 psi).

  • De OTU wordt bewaakt op basis van het dagelijkse tolerantieniveau voor de lange termijn en de herstelfactor is verlaagd.

Aan de oppervlakte en nadat de duik is beëindigd, neemt de CZS af met een halfwaardetijd van 90 min. Als de CZS na de duik bijvoorbeeld 100 is, is deze na 90 minuten afgenomen tot 50 en na nog eens 90 minuten tot 25.

WAARSCHUWING:

WANNEER DE FRACTIE ZUURSTOF DE MAXIMALE LIMIET HEEFT BEREIKT, MOET JE ONMIDDELLIJK ACTIE ONDERNEMEN OM DE ZUURSTOFBLOOTSTELLING TE VERLAGEN. Doe je na een CNS%-/OTU-waarschuwing niets om de blootstelling te verlagen, dan kan het risico van zuurstofvergiftiging, letsel of de dood snel toenemen.

Plafond

Wanneer verplichte decompressiestops nodig zijn, wordt het plafond in het schakelvenster getoond. Suunto Ocean toont altijd de plafondwaarde vanaf de diepste stop. Je mag nooit opstijgen tot boven het plafond. Onder Decompressieduiken lees je meer over decompressieduiken.

schakelveld plafond

Table of Content