Wanneer u de optionele Suunto Wireless Transmitter (draadloze zender) gebruikt, wordt de flesdruk linksonder in de display weergegeven.
Aan het begin van elke duik, wordt de calculatie van de resterende luchttijd in werking gesteld. Na 30-60 seconden wordt de eerste schatting van de resterende luchttijd links in het miden van de display weergegeven.
De berekening is altijd gebaseerd op het werkelijke drukverlies in uw fles en past zich automatisch aan het formaat van uw fles en het huidige luchtverbruik aan.
De verandering in uw luchtverbruik is gebaseerd op regelmatige één seconde durende drukmetingen die over periodes van 30-60 seconden worden gemeten. Een toename in luchtverbruik zorgt voor een snelle vermindering van de resterende luchttijd, terwijl een afname in het luchtverbruik de resterende luchttijd langzaam vergroot. Op deze manier wordt een te optimistische schatting van luchttijd door een tijdelijke vermindering van het luchtverbruik vermeden.
De calculatie van de resterende luchttijd bevat een veiligheidsreserve van 35 bar (500 psi). Dit betekent dat op het moment dat het instrument aangeeft dat de luchttijd nul is, er nog altijd een kleine reserve is.
Het vullen van uw BCD heeft invloed op de berekening van de luchttijd, dit komt door de tijdelijke toename van het luchtverbruik.
De resterende luchtijd wordt niet weergegeven wanneer de dieptestops of het decompressieplafond geactiveerd zijn. U kunt de resterende luchttijd controleren door
ingedrukt te houden.Veranderingen in temperatuur hebben ook invloed op de flesdruk en daardoor op de berekening van de luchttijd.
De duikcomputer waarschuwt u met twee (2) hoorbare dubbele piepen en een knipperende drukdisplay wanneer de flesdruk 50 bar (700 psi) bereikt.
Er zijn twee (2) dubbele piepgeluiden hoorbaar wanneer de flesdruk de vastgestelde alarmdruk bereikt en wanneer de resttijd nul bereikt.
Om de draadloze overdracht van data over de flesdruk naar Suunto DX in te schakelen is het volgende vereist:
De zender schakelt naar de energiebesparende modus met een langzamere verzendsnelheid indien de flesdruk gedurende vijf (5) minuten onveranderd blijft.
De optionele zender verzendt een lage batterijwaarschuwing (batt (batt)) wanneer de batterijspanning te laag is. Dit wordt dan in plaats van de drukweergave periodiek weergegeven Wanneer u deze waarschuwing krijgt, moet de batterij van de flesdrukzender vervangen worden.
Wanneer u de draadloze zender van Suunto aanschaft, raken wij u ten sterkste aan om de zender door uw Suunto-vertegenwoordiger aan de eerste trap van uw ademautomaat te laten bevestigen.
Het apparaat dient na de installatie een druktest te ondergaan en hier is gekwalificeerd personeel voor vereist.
Om draadloze data te kunnen ontvangen, dient de zender met de Suunto DX gekoppeld te worden.
De draadloze zender wordt geactiveerd wanneer de flesdruk meer dan 15 bar (300 psi) meet. De zender verzendt dan, vergezeld van een codenummer, data over de druk.
Wanneer uw Suunto DX zich binnen 0,3 m (1 ft) van de zender begeeft, ontvangt deze de code en slaat deze de code op. De zender en de Suunto DX zijn nu gekoppeld. De Suunto DX geeft nu met deze code de ontvangen data over de druk weer. Door deze codeprocedure wordt voorkomen dat data van andere duikers die ook een Suunto Wireless Transmitter dragen, door elkaar worden gehaald.
De koppelingsprocedure hoeft normaal gesproken slechts eenmaal te worden uitgevoerd. Het kan zijn dat u de koppelingsprocedure opnieuw moet uitvoeren indien een duiker binnen uw groep dezelfde code gebruikt.
Een nieuwe zendercode toewijzen:
De zender wijst automatisch een nieuwe code toe. De zender opnieuw met uw Suunto DX koppelen:
Wanneer het systeem een druk van meer dan 15 bar (300 psi) heeft, brengt u uw Suunto DX in de buurt van de zender. Wanneer het koppelen voltooid is, geeft de duikcomputer het nieuwe codenummer en de verzonden flesdruk weer.
De indicator voor de draadloze zender wordt elke keer dat er een geldig signaal wordt ontvangen, weergegeven.
Na het koppelen, ontvangt uw Suunto DX luchtdrukdata van de zender.
Iedere keer als de Suunto DX een signaal ontvangt, wordt in de linkerhoek van het display een van de volgende symbolen weergegeven.
Display | Indicatie |
---|---|
Cd:– | Geen code opgeslagen, de duikcomputer is gereed om met de zender gekoppeld te worden. |
Cd:10 | Huidige codenummer. Codenummer kan tussen de 01 en 40 zijn. |
- - - | Het flits-symbool knippert. De drukwaarde overschrijdt de toegestane limiet (hoger dan 360 bar (5220 psi)). |
Laatste drukmeting gevolgd door no conn (geen verbinding) | Flesdrukgegevens zijn al meer dan 1 minuut niet bijgewerkt. Zie hieronder voor oplossingen. |
- - - gevolgd door no conn (geen verbinding) | Flesdrukgegevens zijn al langer dan 5 minuten niet bijgewerkt. Zie hieronder voor oplossingen. |
no conn (geen verbinding) | De tekst no conn (geen verbinding) wordt weergegeven wanneer het apparaat geen data van de zender ontvangt. De drukwaarde is al meer dan een minuut niet bijgewerkt. De laatst ontvangen druk knippert aan en uit. Het flitssymbool wordt niet weergegeven. Deze toestand kan worden veroorzaakt doordat de:
Activeer de zender door uit de automaat te ademen. Breng de duikcomputer dichter bij de zender en controleer of het flitssymbool verschijnt. Als dit niet het geval is, moet u de zender opnieuw koppelen om een nieuwe code te krijgen. |
batt | Batterijspanning van de drukzender is laag. Verwissel de batterij van de zender! |
Er zijn twee flesdrukalarmen. De eerste is vastgelegd op 50 bar (700 psi) en kan niet worden veranderd.
De tweede is instelbaar door de gebruiker. Deze kan worden in- of uitgeschakeld en worden gebruikt voor een drukbereik tussen de 10-200 bar (200-3000 psi).
De alarmwaarde van de flesdruk instellen:
Luchttijd kan alleen worden weergegeven wanneer een draadloze flesdrukzender is geïnstalleerd en in gebruik is.
Luchttijd activeren: