Als de middelste knop herhaaldelijk kort wordt ingedrukt, verschijnt het kompas. Het kompas moet eerst gekalibreerd worden. Zie Kompas kalibreren.
De informatie in het display is afhankelijk van de actieve modus.
In de modus Air/Nitrox zie je de volgende informatie in de kompasweergave:
In het alternatieve venster wordt de koers numeriek weergegeven.
In het menu Algemeen » Kompas kun je de peiling in- of uitschakelen, het kompas kalibreren en de afwijking instellen.
De eerste keer dat je de Suunto D5 gebruikt en elke keer na het opladen, moet het kompas worden gekalibreerd; als je dit niet doet, kun je het kompas niet activeren. De Suunto D5 geeft het kalibratiepictogram weer wanneer je de kompasweergave opent
Tijdens het kalibratieproces zal het kompas zichzelf aanpassen aan het omringende magnetische veld.
Omdat er veranderingen kunnen optreden in het omringende magnetische veld, raden wij aan om het kompas voor elke duik opnieuw te kalibreren.
Handmatige kalibratie opstarten:
Blijf de duikcomputer net zo lang draaien tot het kompas is gekalibreerd.
Als de kalibratie een paar keer achter elkaar mislukt, kan het zijn dat het gebied waar je bent sterke magnetische bronnen heeft, zoals grote metalen objecten. Ga naar een andere locatie en probeer het kompas opnieuw te kalibreren.
U dient altijd de declinatie van uw kompas aan te passen aan het gebied waar u gaat duiken, zodat de uitlezingen van uw koers nauwkeurig zijn. Controleer de plaatselijke declinatie via een betrouwbare bron en voer de waarde in op uw Suunto D5.
Om declinatie in te stellen:
Een peiling is de hoek tussen het noorden en uw doel. In andere woorden de kant die u op wilt gaan. De koers is daarentegen de daadwerkelijke richting die u volgt.
U kunt een peiling vergrendelen zodat u zich onder water kunt oriënteren en u de juiste kant op gaat. U kunt bijvoorbeeld de peiling ten opzichte van het rif vergrendelen voordat u vanaf de boot het water in gaat.
U kunt de peilingvergrendeling altijd resetten, maar u kunt de vergrendeling uitsluitend aan de oppervlakte ongedaan maken.
De peiling vergrendelen:
Houd de onderste knop ingedrukt totdat de melding Bearing locked (Peiling vergrendeld) verschijnt.
Zodra u de peiling vergrendeld hebt, wordt de vergrendeling met gele streepjes aangegeven:
Als de peiling op 0° staat, staan er geen pijltjes naast de waarde, zoals hierboven. Als de peiling op 180° staat, ziet u naast de waarde twee gele pijltjes:
één geel pijltje wijst in de richting die u moet volgen:
Als u een nieuwe peiling wilt vergrendelen, herhaalt u bovenstaande procedure. Elke vergrendelde peiling wordt samen met het tijdstip in het logboek opgenomen.
U kunt de vergrendelde peiling pas wissen wanneer u terug aan de oppervlakte bent.
Een vergrendelde peiling wissen: